Barbell, dumbbells of kabels?

Veel oefeningen zijn op verschillende manieren uit te voeren. Zo kun je oefeningen uitvoeren met een stang/barbell, met losse gewichten/dumbbels, met behulp van kabels, of op een machine? Wat zijn nou de verschillen tussen deze verschillende uitvoeringen van oefeningen? En is er ook eentje beter? Daarnaar wordt in dit artikel gekeken.

Hierbij wordt gekeken naar verschillende zaken. Ten eerste wordt gekeken naar of het beide zijden van je lichaam evengoed aanpakt. Je bent namelijk symmetrisch in je spieren. Pakt de oefening zowel de rechter als de linkerspier? 

Daarnaast wordt gekeken naar wanneer de oefening het zwaarst is. Sommige uitvoeringen zijn op het begin licht, en worden verder in de beweging van de oefening zwaarder. Dit komt vaak door de zwaartekracht, en de line of force (lijn van kracht) die op het gewicht werkt. Daarnaast zijn er ook vormen van uitvoeringen die gedurende de hele beweging evenzwaar zijn. Hier wordt ook naar gekeken.

Tot slot wordt gekeken naar wat je bewegingsvrijheid is. Hoe vrij ben je om te kunnen bewegen bij de manier van uitvoeren van een oefening. 

Barbell

Eerst wordt gekeken naar de barbell. Oftewel de stang die je met twee handen vast hebt. Hiermee worden oefeningen uitgevoerd als bankdrukken, shoulder press, squat deadlift, rows en ook bicep curls.

Als we kijken naar hoe goed de kracht wordt verdeeld tussen links en rechts, is het zo dat de barbell dit niet goed doet. Doordat je de barbell met twee handen vast houdt, duw of trek je het grootste deel van het gewicht met je dominante kant, dus of met links, of met rechts. Dit komt doordat je handen samen bewegen en samen iets vast hebben, in plaats van dat je per arm iets beet pakt. 

Daarnaast is het zo dat de weerstand komt vanuit de zwaartekracht. Dit betekent dat er een kracht loodrecht op de grond staat en naar beneden werkt. Bij oefeningen als bankdrukken en squatten zal dit ertoe leiden dat de oefeningen constant evenzwaar zijn. Maar bij andere oefeningen zoals bicep curls, zal dit ertoe leiden dat ze op het begin minder zwaar zijn dan in het midden of op het einde. De zogenoemde load of force is dus niet constant gelijk.

Als er wordt gekeken naar bewegingsvrijheid is het zo dat je vrij bent om de barbell naar links rechts, boven en onder te bewegen. Wel is het zo dat je de barbell met 2 handen beet houdt, wat betekent dat je enigszins beperkt wordt in je bewegingsvrijheid. Maar nog steeds scoort de barbell hier goed op.

In conclusie heeft de barbell een slechte krachtverdeling tussen links en rechts, is de load of force niet constant gelijk en scoort de barbell redelijk in bewegingsvrijheid.

Dumbbell

De dumbbel is eigenlijk een los gewicht wat vaak in paren gaat. Dit betekent dat je zowel links als rechts een dumbbell beet hebt. Dit zorgt er dan ook voor dat de krachtsverdeling tussen links en rechts heel goed is. Je linkerspieren tillen namelijk het gewicht in je linkerhand, en je rechterspieren tillen het gewicht in je rechterhand.

Als er wordt gekeken naar het patroon van kracht van de dumbbell geldt hier hetzelfde als de barbell. De kracht die weerstand biedt staat loodrecht op de grond. Dit betekent weer dat de load of force bij veel oefeningen niet altijd evenzwaar is. Bij een oefening als bicep curls zullen dumbbells onderin heel licht zijn, en in het midden zwaar. 

Met dumbbells ben je wel heel vrij om je te bewegen. Je kunt je eigenlijk net zo bewegen als normaal, maar dan met een dumbbel in je hand.

In conclusie hebben dumbbels dus een goede krachtsverdeling tussen links en rechts, is de load of force niet altijd constant gelijk en scoren dumbbells goed op bewegingsvrijheid.

Kabels

Bij kabels wordt bedoeld een kabelstation, waarbij je een gewicht selecteert en dat met behulp van een katrol en een kabel omhoog trekt.

Als bij kabels wordt gekeken of ze evenveel links als rechts belastend zijn, is dit dubieus. Als je twee kabels gebruikt, wordt links en rechts evenveel belast, Maar als je 1 kabel gebruikt, worden links en rechts niet evenveel belast, en zal je dominante zijde meer werk leveren dan de andere kant. 

Het patroon van kracht door de beweging van de oefening heen is hier wel constant. De kracht komt recht vanuit de kabel. Als je de kabel aantrekt gaat het gewicht omhoog. Het is zo dat het gewicht steeds evensnel omhoog gaat, en je dus steeds evenveel kracht moet leveren om het gewicht iets omhoog te laten gaan met behulp van de kabel. De load of force is bij kabels dus constant.

Bij kabels heb je wel rechts en links gescheiden, maar moet je steeds rekening houden met dat je een kabel hebt. Je moet dus rekening houden met een lijn. Dit is af en toe even gepruts, maar daarnaast heb je heel veel bewegingsvrijheid, en kun je links en rechts (als je 2 kabels gebruikt tenminste) los van elkaar bewegen, zowel naar links als naar rechts, boven en beneden, voor en naar achter. De kabels hebben dus een goede bewegingsvrijheid.

In conclusie scoren de kabels goed op de krachtsverdeling tussen links en rechts, mits je twee kabels gebruikt. De load of force is steeds constant bij kabels, en er is veel bewegingsvrijheid bij het gebruik van kabels bij je oefeningen. 

Machines

Machines kunnen ook gebruikt worden voor oefeningen. Bij machines worden apparaten bedoeld die echt vast staan in de oefening en in beweging. Machines als de lat pull down of cable row horen hier niet bij.

Bij machines is het soms zo dat links en rechts los van elkaar bewegen, maar ook vaak zo dat links en rechts samen gaan zoals bij een barbell. Als je je linker en rechterhand los van elkaar kunt bewegen, hebben ze een goede krachtsverdeling tussen links en rechts. Als dit niet kan, hebben ze een slechte krachtsverdeling tussen je spieren links en rechts.

Het patroon van kracht is bij machines eigenlijk altijd constant. Hier kun je net als bij kabels een gewicht selecteren dat dan als je de oefening uitvoert geleidelijk omhoog gaat. Aan het begin van de beweging, als aan het einde en in het midden zal dit gewicht even zwaar zijn, en zul je evenveel kracht moeten leveren. De load of force is dus constant.

Machines hebben eigenlijk geen bewegingsvrijheid. Machines zijn zo ontwikkeld dat de hele beweging vast staat. Het pad wat je armen of benen afleggen staat zo goed als vast. Machines hebben dus geen bewegingsvrijheid. 

In conclusie scoren machines dus soms goed op de verdeling links en rechts, en soms ook niet. Daarnaast is het zo dat de load of force bij machines constant is. Machines bieden alleen geen bewegingsvrijheid.

Welke is het beste?

Er is natuurlijk niet duidelijk te zeggen welke het beste is. Elke manier heeft namelijk zijn voordelen en nadelen. Het is het beste om te kijken welke manier je het prettigste vindt en wat jij lekker vindt om toe te passen.

Ook hangt het erg van je situatie af. Als je alleen maar met barbell traint en je merkt dat je rechterarm groter is dan je linker, is het handig om te switchen naar dumbbells. 

Als je merkt dat je oefeningen met dumbbells niet zwaar zijn of je spieren niet verzuren, omdat de oefeningen in het begin zo licht zijn, kun je beter switchen naar kabels.

Als de oefening niet goed uit te voeren is met kabels, dit te zwaar is, of de kabelstations bezet zijn in je sportschool, kun je ook naar machines overstappen.

Het is in conclusie dus niet duidelijk te zeggen welke het beste is, en het is goed om te kijken naar wat voor jou het beste werkt. Probeer ook wat variatie toe te passen en ze allemaal in je trainingen te doen. Train ze!